De eerste keer dat ik ging kamperen was een ramp! Ik werd wakker toen de zon opkwam en voor zover ik kon zien was er niets dan zonovergoten aarde. In de stad waar ik opgroeide waren er verharde paden en trottoirs om rond te lopen, hier was er niets dan flarden droog gras. Ik was al dagen opgewonden, ik zou gaan kamperen met een vriend van me en daarna zouden we een bergwandeling gaan maken. Ik sliep buiten op de grond, gebruikte een emmer als toilet, en kookte mijn ontbijt met takjes en aanmaakhout. Na een schrijnende eerste kampeernacht, werd ik de volgende ochtend wakker, popelend om een berg te beklimmen. Wat ik die dag niet wist, was dat kamperen